Veel gestelde vragen

Wat als de kredietverzekeraar een klant niet aanvaardt?

De vorderingen die een onderneming heeft op haar klanten, zijn maar één zijde van de medaille. Tegenover elke klantenvordering staat een leverancierskrediet, m.a.w. de klant van de onderneming krijgt een ‘krediet’ van de leverancier in de vorm van een toegestane betalingstermijn. Wanneer een kredietverzekeraar negatief reageert tegenover een klant van de onderneming wegens niet-betaling, zullen andere leveranciers van die klant kortere betalingstermijnen of zelfs contante betaling gaan bedingen.
Daardoor zal die klant meer behoefte hebben aan (meer) werkkapitaal en op zoek moeten gaan naar alternatieve, vaak duurdere financieringsbronnen, zoals bankkrediet op korte termijn of factoring. In dat opzicht speelt de kredietverzekeraar de rol van ‘onzichtbare bankier’.

Welke informatie moet de onderneming verstrekken aan de kredietverzekeraar?

Om kredietlimieten te kunnen toestaan aan de onderneming (verzekerde), heeft een kredietverzekeraar informatie nodig over de financiële gezondheid van de klanten van die onderneming. Hiervoor heeft de kredietverzekeraar de volgende financiële informatie over de klanten nodig:

  • Balans en resultatenrekeningen
  • Details over bestaande bancaire kredieten, waaronder de vervaldagen van langetermijnkredieten, eventuele covenantenclausules, het totaal aan toegestane kredietlijnen en of er een commitment is vanwege de bank(en).

 

Aangezien de kredietverzekeraar geen contractuele relatie heeft met de klanten van de onderneming (verzekerde), weigeren die klanten vaak om de nodige informatie te verstrekken aan de kredietverzekeraar. Daardoor bestaat het risico dat de kredietverzekeraar onnodig en onterecht negatieve conclusies trekt i.v.m. de financiële gezondheid van die klanten.

Hoe werkt een kredietverzekering?

Tegen betaling van een premie wordt een verzekeringspolis gesloten. In ruil hiervoor staat de kredietverzekeraar u kredietlimieten toe en zal hij u, in geval van niet-betaling door uw klanten, op een afgesproken tijdstip na de datum van niet-betaling, een vergoeding betalen.

Wat is een kredietverzekering?

Een kredietverzekering is een verzekering die bescherming biedt tegen het risico op niet-betaling door uw klanten (zowel nationaal als internationaal), als gevolg van officiële insolvabiliteit, vermoedelijke insolvabiliteit na een wachttermijn (‘carence’) of zelfs politiek risico

De kredietverzekeraar heeft 3 belangrijke taken:

  • Hij maakt in de eerste plaats een selectie van risico’s in de handelsvorderingen van de onderneming door elk dossier te evalueren en op te volgen (preventie).
  • Wanneer een klant niet betaalt, vergoedt hij de onderneming die zich heeft verzekerd, binnen de afgesproken termijn (schadevergoeding)
  • Ten slotte probeert hij de niet-betaalde bedragen in te winnen bij de klant van de onderneming (recuperatie).

Wat is een faillissement?

Een faillissement is een door de wet geregelde procedure voor een natuurlijk- of rechtspersoon die niet (meer) in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Een faling heeft in de meeste gevallen niets met fraude en alles met een samenloop van omstandigheden te maken. De Rechtbank van Koophandel spreekt het faillissement uit en stelt een curator aan. Hij wordt verantwoordelijk voor het beheer over het vermogen van de schuldenaar en dit gedurende de volledige looptijd van het faillissement. De taak van de curator is in beginsel het te gelde maken van het vermogen van de gefailleerde, waarna de eventuele opbrengst wordt verdeeld onder de schuldeisers.

Een faillissement wordt uitgesproken wanneer er sprake is van structurele financiële problemen. Wanneer het gaat om tijdelijke of eenmalige wanbetalingen kan er eventueel een beroep gedaan worden op de Wet op de Continuïteit van de Ondernemingen, ook WCO genoemd. Hierbij geven de schuldeisers het insolvabele bedrijf de tijd om zich te herstellen.

Het faillissement bestaat enkel voor ondernemingen en zelfstandigen. Particulieren, vrije beroepen en zelfstandige landbouwers kunnen beroep doen op de “Procedure Collectieve Schuldenregeling”.

Welke voorwaarden moeten voldaan zijn om failliet verklaard te worden?

Een natuurlijk- of rechtspersoon zal enkel failliet verklaard worden indien hij op het ogenblik van de faillietverklaring:

  • een ‘koopman’ (handelaar) is. Ook al bevinden ze zich in staat van kennelijk onvermogen kunnen zij die geen ‘koopman’ zijn (bvb. de vrije beroepen), niet failliet verklaard worden
  • ‘op duurzame wijze heeft opgehouden te betalen’ en zijn ‘krediet geschokt is’. Het gebrek aan liquiditeit moet structureel zijn. Indien dit gebrek van tijdelijke aard is kan men beroep doen op de Wet op de Continuïteit van de Ondernemingen.

Beide voorwaarden moeten gezamenlijk vervuld zijn op het ogenblik van faillietverklaring. Het is de rechter die onafhankelijk beslist of al dan niet aan beide voorwaarden voldaan is.

De betrokkene wordt overigens altijd gedagvaard om zijn standpunt toe te lichten alvorens het faillissement wordt uitgesproken.

Door wie kan het faillissement aangevraagd worden?

Enkel de volgende intervenanten kunnen het faillissement van een natuurlijk- of rechtspersoon aanvragen bij de Rechtbank van Koophandel:

  • De gefailleerde zelf. Men spreekt dan van het faillissement op bekentenis.
  • Eén of meer schuldeisers. Men spreekt dan van het faillissement op dagvaarding
  • Dagvaarding door het openbaar ministerie
  • Dagvaarding door de voorlopige bewindvoerder
  • Dagvaarding door de curator van de hoofdprocedure (indien de onderneming in meerdere landen gevestigd zou zijn)

 

Hoe kan ik weten of een onderneming/zelfstandige failliet is?

Alle faillissementen worden gepubliceerd in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad en zijn dagelijks raadpleegbaar op hun website. Ook op de website van de Kruispuntbank van Ondernemingen wordt deze informatie opgenomen. Ook de sluiting en de beslissing over de verschoonbaarheid worden in het Belgisch Staatsblad opgenomen.

Faillissement natuurlijk persoon vs. rechtspersoon.

Bij een natuurlijk persoon, dit wil zeggen dat er geen vennootschap aan het werk is, maar een zelfstandige, staat die persoon met zijn volledig vermogen in voor de betaling van de schulden van de zaak. Er is dan ook geen verschil tussen de schulden en eigendommen van de handelszaak en het persoonlijk vermogen van de handelaar in het geval van een faillissement. De curator kan bijgevolg direct beslag leggen op de goederen en vorderingen van de zaak, en ook op de persoonlijke goederen van de handelaar na het vonnis, alsook op het beslagbaar deel van het eventuele loon van de handelaar, mocht deze intussen in dienstverband aan de slag zijn gegaan. Als de failliete handelaar gehuwd is, kan het zijn dat ook goederen en het loon van de echtgenote van de handelaar datzelfde lot ondergaan.

Bij een vennootschap ligt de situatie enigszins anders. Het is steeds de vennootschap die failliet verklaard wordt, maar de gevolgen voor de vennoten kunnen aanzienlijk verschillen in functie van de gekozen ondernemingsvorm.

Wat moet ik doen wanneer een van mijn klanten failliet verklaard werd?

Bij kennisname van het faillissement van een van uw klanten, moet er zo snel mogelijk aangifte van schuldvordering gebeuren bij de griffie van de Rechtbank van Koophandel.

De termijn waarbinnen deze aangifte moet gebeuren wordt vastgelegd door de Rechtbank van Koophandel en bedraagt gebruikelijk 30 dagen. Het recht om aangifte in te dienen als schuldeiser verjaart sowieso na 1 jaar. Niets weerhoudt u alsnog om aangifte in te dienen. Schuldeisers die hun aangifte niet hebben ingediend binnen de termijn die in het vonnis is vermeld, kunnen dit nog doen tot op het ogenblik van de oproeping voor de afrekeningsvergadering. Deze schuldeisers komen dan wel enkel in aanmerking voor het nog niet verdeeld actief. Bovendien moeten zij de kosten voor hun opname in het passief zelf dragen.

Wanneer de schuldeiser geen aangifte van schuldvordering indient, zal hij zijn rechten als schuldeiser pas kunnen hernemen na de afsluiting van het faillissement. Vanaf dat ogenblik kan hij de schuldenaar vervolgen voor de niet-betaalde schuld, op voorwaarde dat de gefailleerde niet verschoonbaar is verklaard door de Rechtbank.

Wat doet de curator?

Een curator is een gerechtelijk mandataris die onder toezicht van de rechter-commissaris verantwoordelijk is voor de vereffening van de boedel. Hij vertegenwoordigt de belangen van de schuldeisers en de gefailleerde.

Curatoren zijn steeds advocaten, doch verdedigen zij niet de gefailleerde. Het vonnis van faillietverklaring duidt één of meer curatoren aan.

Elk jaar en voor de eerste keer 12 maanden na de aanvaarding van hun functie, overhandigt de curator aan de rechter-commissaris een gedetailleerd rapport betreffende de toestand van het faillissement. Dat rapport verslag omvat o.a. de ontvangsten, de uitgaven, de betalingen, wat nog moet worden vereffend, de stand van de betwistingen van de schuldvorderingen,…

De curator legt tevens een kopie van dit rapport ter griffie neer. Deze kopie wordt bij het faillissementsdossier gevoegd. De schuldeisers kunnen dit rapport raadplegen op de griffie van de rechtbank al moeten zij wel een wettig belang hiervoor aantonen.

Hoe worden de gelden verdeeld?

De curator zal het actief van de gefailleerde ‘realiseren’. Daarmee wordt bedoeld dat de curator de nodige stappen onderneemt om het actief om te zetten in geld. Dit kan door:

  • de verkoop van goederen
  • het innen van schuldvorderingen
  • het aangaan van dadingen (onderlinge overeenkomsten waarbij een einde gesteld wordt aan een betwisting, veelal door toegevingen gemaakt door beide partijen)

De opbrengst van deze ‘realisatie’ verdeelt de curator pondspondsgewijs onder de schuldeisers met inachtname van volgende regels:

  • Eerst worden de kosten van de curatele (kosten en uitgaven voor het beheer van de boedel) ingehouden
  • Vervolgens worden de uitkeringen tot levensonderhoud aan de gefailleerde en zijn gezin ingehouden
  • Dan worden de bevoorrechte schuldeisers betaald op basis van hun ingeroepen voorrechten (belastingschulden, RSZ, BTW, eigendomsvoorbehoud,…).
  • Uiteindelijk wordt het eventueel saldo aan de overige schuldeisers verdeeld.

 

Hoe wordt het faillissement afgesloten?

De faillissementsprocedure kan op twee wijzen worden afgesloten:

  • Sluiting van het faillissement wegens ontoereikend actief: Dit gebeurt enkel op verzoek van de curator als deze vaststelt dat er onvoldoende actief is om de kosten en het beheer van de vereffening te dekken. Hierdoor krijgt de gefailleerde opnieuw zeggenschap over zijn vermogen. De curator wordt uit zijn ambt ontslagen. De schuldeisers herwinnen hun recht om zelf rechtsvorderingen in te stellen tegen de gefailleerde, tenzij deze laatste verschoonbaar verklaard wordt.
  • Sluiting van het faillissement door vereffening: Hierbij wordt het actief gerealiseerd volgens de hierboven, bij vraag 6, beschreven regels. Net als bij de sluiting wegens ontoereikend actief keert de gefailleerde in het bezit van zijn vermogen. De schuldeisers herwinnen eveneens hun recht om zelf rechtsvorderingen in te stellen tegen de gefailleerde, tenzij deze laatste verschoonbaar verklaard wordt.

Wat is verschoonbaarheid?

Het is de rechter-commissaris die aan de rechtbank mededeling doet van de beraadslaging van de schuldeisers over de verschoonbaarheid van de gefailleerde. Zowel de curator als de gefailleerde worden gehoord door de rechtbank over de verschoonbaarheid.

Verschoonbaarheid houdt in dat de schuldeisers na de sluiting van het faillissement de gefailleerde niet meer mogen vervolgen voor de schulden van vóór het faillissement. De verschoonbaarheid laat de gefailleerde toe om met een schone lei te herstarten.

Een gefailleerde rechtspersoon kan onmogelijk verschoonbaar verklaard worden. Verschoonbaarheid bestaat dus enkel voor natuurlijke personen.

De faillissementswet stelt dat alle gefailleerden die “ongelukkig en te goeder trouw” handelden, verschoonbaar moeten verklaard worden. Dit wil zeggen dat iedere gefailleerde die het bewuste faillissement niet bewust heeft uitgelokt en die geen strafbare handelingen heeft gesteld tijdens de duur van het faillissement, aanspraak kan maken op de verschoonbaarheid.

Let wel op: de schuld is niet verdwenen door de verschoonbaarheid. De schuldeiser mag de ex-gefailleerde nog steeds vriendelijk uitnodigen tot betaling. Mocht de ex-gefailleerde hier alsnog op ingaan wordt deze betaling als geldig aanzien en is dan ook niet terugvorderbaar.

Ook betalingsakkoorden die door een verschoonde gefailleerde ondertekend worden zijn rechtsgeldig.

Loonbeslagen en overdrachten moeten echter wel stopgezet worden. Elk bedrag dat na de verschoonbaarheidsverklaring ontvangen wordt door de schuldeiser, kan door de ex-gefailleerde teruggevorderd worden.

De echtgeno(o)t(e) van gefailleerden kan mee genieten van de verschoonbaarheid van de gefailleerde.

Personen die zich borg hebben gesteld voor een gefailleerde moeten zelf hun “bevrijding” aanvragen bij de griffie. Zij worden hiervoor door de curator aangeschreven. Hij ligt hen in over de te volgen procedure.

Kan de betaalde btw teruggevorderd worden van facturen die deel uitmaken van de boedel van het faillissement?

Btw kan in principe pas teruggevorderd worden vanaf het ogenblik dat uw schuldvordering geheel of gedeeltelijk is verloren gegaan. De btw-administratie aanvaardt een aanvraag tot terugbetaling in het kader van een faillissement en dit vanaf het ogenblik van de faillietverklaring. De betaalde btw kan teruggevraagd worden via rooster 62 van de eerste btw-aangifte die volgt op de datum van het vonnis van faillietverklaring.

Hoeveel kost factoring?

Bij factoring betaalt de schuldeiser sowieso een fee op het opgenomen (gefinancierde bedrag). Sommige factormaatschappijen rekenen ook een intrest aan op het bedrag dat niet opgenomen werd en dus ter beschikking wordt gehouden.

Verder komen er ook, indien de schuldeiser hiervoor koos, de kosten bij van de kredietverzekering. Deze kredietverzekering garandeert dan ook de volledig dekking van het risico op wanbetaling.

Wat is het verschil tussen factoring en reverse factoring?

Bij een traditionele factoring wordt de leverancier volledig doorgelicht alvorens er een factoringovereenkomst gesloten wordt.

Bij reverse factoring gaat de factor niet de leverancier, maar wel de klanten van de leverancier doorlichten en wordt de te betalen fee vastgelegd op basis van de financiële situatie van de klanten. Meestal leidt dit tot een lagere fee, daar de factor het risico op die manier beter kan inschatten. Hiervoor is het wel zo dat de klanten toestemming moeten geven voor deze doorlichting.

Wat is het verschil tussen factoring en silent factoring?

Bij een traditionele factoring wordt het volledige debiteurenbeheer overgedragen aan de factor. De klanten van de leverancier worden dan ook ingelicht dat de factuur overgedragen en dat zij bij hem moeten betalen opdat hun betaling bevrijdend zou zijn. Het volledige aanmaningsproces wordt dan ook geregeld en beheerd door de factor.

Een silent factoring is gebaseerd op dezelfde principes als een ordinaire factoring, behalve dat de klanten van de leverancier niet op de hoogte worden gebracht van de factoringovereenkomst. Gezien factoring vaak ten onrechte een negatieve bijklank heeft, wensen sommige leveranciers van deze vorm van factoring gebruik te maken.

Wie kan beroep doen op factoring?

Factoring is meestal voorbehouden voor KMO’s. Zij beschikken immers een voldoende gedifferentieerde debiteurenportefeuille. Er wordt daarenboven specifiek gedacht aan bedrijven die te maken hebben met:

  • Een snelle groei, waardoor het bedrijf zelf in geldnood zit om haar eigen leveranciers te betalen. Dankzij factoring kunnen deze bedrijf de negatieve gevolgen van hun groei wat temperen en hierop verder bouwen.
  • Een sterke afhankelijkheid van seizoensverkopen. Factoring laat hen toe om in de kalmere periodes de nodige voorraden te kunnen inkopen om zo de behoeften van hun klanten tijdens de piekperiodes tijdig in te kunnen willigen.
  • Lange betaaltermijnen bij hun debiteuren. De factor zal in samenspraak met de leverancier al dan niet het debiteurenbeheer mee overnemen. Zij beschikken over de nodige expertise om de klanten zo te benaderen dat de betaling bekomen wordt, zonder de commerciële relatie op het spel te zetten.
  • Sommige banken verplichten eveneens hun klanten die met structurelere liquiditeitsproblemen te maken hebben, om hun debiteurenportefeuille over te dragen. Dit teneinde de door de bank toegekende kaslijnen te waarborgen en alzo het risico voor de bank in eigen handen te hebben en te beperken.

Wat is factoring?

Bij factoring draagt de leverancier zijn commerciële vorderingen (facturen) over aan een de factor. In sommige gevallen kan de leverancier zijn facturen eveneens laten indekken tegen niet-betaling.

Op het ogenblik van facturatie aan de klant (de debiteur van de leverancier), betaalt de factor de leverancier een voorschot. Gebruikelijk ligt dit voorschot tussen de 80 en 90% van het totale factuurbedrag. De factormaatschappij neemt meestal ook de inning en opvolging van de overgedragen debiteurenportefeuille op zich.

Welke zijn de voordelen van factoring voor de leverancier?

Factoring biedt leveranciers een aantal voordelen op, zoals:

  • Vermindering van het risico op wanbetaling.
  • Onmiddellijke beschikbaarheid van de nodige liquiditeiten voor het betalen van lonen, investeringen, goederen,…
  • Verhoging van de liquiditeit en solvabiliteit van de onderneming.
  • Besparing op administratie- en personeelskosten inzake debiteurenbeheer.

Wat is een collectieve schuldenregeling?

De collectieve schuldenregeling is een gerechtelijke procedure ten behoeve van personen die een reeks van schulden hebben gemaakt en de gevolgen ervan niet meer de baas kunnen.

De procedure heeft als doel de financiële toestand van de schuldenaar te herstellen. Ze moet hem in staat stellen in de mate van het mogelijke zijn schulden te betalen en tegelijkertijd te waarborgen dat hijzelf en zijn gezin een menswaardig leven kunnen leiden.

Dit kan door middel van een minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling.

Wie kan een collectieve schuldenregeling aanvragen?

Deze procedure is enkel toegankelijk voor de volgende categorieën:

  • loontrekkenden
  • personen zonder beroep
  • landbouwers
  • personen die een vrij beroep uitoefenen

 

Ex-handelaars kunnen ook aanspraak maken op deze procedure voor zover zij minstens 6 maanden eerder gestopt zijn met hun handelsactiviteit. Of in het geval van een faillissement, na een periode van zes maanden te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van dit faillissement.

Noch de nationaliteit, noch de woonplaats van de schuldenaar zijn van belang voor het aanvragen van de collectieve schuldenregeling. De wet stelt dat de procedure kan geopend worden voor bovenstaande categorieën van personen voor zover hun voornaamste belangen in België, de voornaamste plaats waar hij deze belangen regelt, gelegen zijn.

Welke schulden kunnen opgenomen worden in een collectieve schuldenregeling?

De collectieve schuldenregeling behandelt alle schulden van de schuldenaar zonder uitzondering. Ook schulden waarvoor een schuldeiser al over een uitvoerbare titel zou beschikken.

Het gaat onder meer om volgende schulden:

  • schulden inzake consumentenkrediet
  • schulden inzake hypothecair krediet
  • fiscale schulden
  • schulden inzake energieverbruik
  • schulden aan een particulier (huurschuld, lening van een vriend,…)
  • achterstallen van alimentatie
  • schulden op het gebied van gezondheidszorg
  • schulden die al in een uitvoerbare titel zijn vastgesteld
  • zowel particuliere als beroepsmatige schulden

Hoe wordt ik op de hoogte gebracht dat een procedure collectieve schuldenregeling lopende is voor een van mijn klanten?

Na indiening van het verzoekschrift door de schuldenaar bij de bevoegde Arbeidsrechtbank, zal deze zich buigen over de toelaatbaarheid van de schuldenaar tot de procedure.

Van zodra de schuldenaar toelaatbaar werd verklaard tot de collectieve schuldenregeling, informeert de griffie de schuldeisers over de beschikking van de Arbeidsrechtbank.

De griffie zorgt eveneens voor een vermelding in het Centraal Bestand Beslagberichten. Op deze manier zijn alle advocaten en gerechtsdeurwaarders die een eventuele som zouden moeten invorderen bij de schuldenaar eveneens op de hoogte.

Er gebeurt ook een melding op het negatieve luik van de Centrale van Kredieten aan Particulieren bij de Nationale Bank van België.

Mijn klant is in collectieve schuldenregeling. Wat nu?

Normaliter worden de schuldeisers door de griffie op de hoogte gebracht van de beschikking van toelaatbaarheid. De schuldeisers hebben vervolgens een maand de tijd om aangifte te doen van hun schuldvordering. Dit gebeurt door het document in bijlage, ingevuld en ondertekend, samen met de nodige stukken die uw vordering staven (vonnis, factuur,…) aangetekend met ontvangstbewijs, terug te sturen aan de schuldbemiddelaar. Deze aangifte van moet de aard van de schuldvordering vermelden, het bedrag ervan in hoofdsom, interesten en kosten, de eventuele voorrechten waarop de schuldeiser aanspraak maakt (eigendomsvoorbehoud, hypothecaire inschrijving,…), alsook de procedures die mogelijk reeds ingeleid werden.

In het geval de schuldeiser geen aangifte doet binnen de vermelde termijn van een maand, zal deze opnieuw door de schuldbemiddelaar aangeschreven worden per aangetekende brief met ontvangstbewijs. De schuldbemiddelaar brengt op die manier de schuldeiser op de hoogte dat hij over een bijkomende termijn van 15 dagen beschikt, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de brief, om alsnog zijn aangifte in te dienen volgens de bovenvermelde vormvereisten.

Indien bovenvermelde termijn niet wordt gerespecteerd, wordt de schuldeiser geacht afstand te doen van zijn schuldvordering en verliest hij zijn recht om zich te verhalen op de schuldenaar in collectieve schuldenregeling en de personen die voor hem een persoonlijke zekerheid hebben gesteld. In geval van herroeping van de aanzuiveringsregeling herwint de schuldeiser al zijn rechten ten opzichte van zijn schuldenaar.

In het geval de schuldeiser tijdens de procedure op de hoogte wordt gebracht van de collectieve schuldenregeling, moet deze zo snel contact opnemen met de schuldbemiddelaar van de schuldenaar om alsnog een aangifte in te dienen. De eventueel lopende minnelijke aanzuiveringsregeling kan dan geschorst worden, in afwachting van een nieuwe.

Welke zijn de taken van de schuldbemiddelaar?

De schuldbemiddelaar wordt aangesteld door de Arbeidsrechtbank. De schuldbemiddelaar moet onpartijdig en onafhankelijk zijn en is steeds:

  • een advocaat
  • een notaris
  • een erkende schuldbemiddelingsdienst
  • een gerechtsdeurwaarder

De schuldbemiddelaar moet proberen tot een akkoord te komen tussen de schuldeisers en de schuldenaar met het oog op het terugbetalen van de schulden. Hij bereidt de minnelijke aanzuiveringsregeling voor en voert in verband daarmee onderhandelingen.

De schuldbemiddelaar heeft de wettelijke verplichting om bij het uitwerken van de regeling toe te zien op de betaling bij voorrang van de schulden die het recht van de verzoeker en zijn gezin om een menswaardig leven te leiden in het gedrang brengen.

De schuldbemiddelaar brengt jaarlijks verslag uit bij de Arbeidsrechtbank. Hij legt dan ook zijn kostenstaat neer voor goedkeuring. De kosten van de procedure worden gedragen door de schuldenaar. Mochten de financiële middelen van de schuldenaar onvoldoende groot zijn om de kosten van de schuldbemiddelaar te voldoen, wordt het verschil betaald door het Fonds ter Bestrijding van de Overmatige Schuldenlast.

Wat houdt een minnelijke aanzuiveringsregeling in?

De schuldbemiddelaar krijgt van de Arbeidsrechtbank de opdracht om een minnelijke aanzuiveringsregeling uit te werken. In dit plan staat hoe de schulden van de verzoeker zullen worden afbetaald. De schuldbemiddelaar beschikt over een termijn van zes maand om deze regeling op te stellen. Deze termijn kan een maal verlengd worden met een nieuwe periode van 6 maanden. De schuldbemiddelaar krijgt dus maximaal één jaar tijd om een akkoord te bereiken met de schuldeisers en de schuldenaar.

De minnelijke aanzuiveringsregeling wordt opgesteld voor een vooraf bepaalde looptijd. De duurtijd van de minnelijke aanzuiveringsregeling mag niet langer zijn dan zeven jaar. Er kan enkel van deze maximale duurtijd afgeweken worden afgeweken indien de schuldenaar hierom uitdrukkelijk vraagt. Dit bijvoorbeeld met het doel bepaalde elementen van zijn vermogen te beschermen, zoals een eigen woning, en de eerbiediging van de menselijke waardigheid te verzekeren. De termijn van deze minnelijke aanzuiveringsregeling begint in principe te lopen op de datum van de beschikking van toelaatbaarheid. De aanzuiveringsregeling vermeldt elke schuldeiser met het hem verschuldigde bedrag en het bedrag dat de schuldenaar hem maandelijks kan betalen.

In het kader van de minnelijke aanzuiveringsregeling is alles mogelijk: vermindering van de schuld, kwijtschelding, onmiddellijke betaling,… Dit voor zover zowel de schuldenaar als de schuldeisers instemmen met het voorgestelde plan.

Het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling wordt door de schuldbemiddelaar bij aangetekende brief naar de schuldeisers, verstuurd. Ze hebben twee maanden tijd om de minnelijke aanzuiveringsregeling al dan niet goed te keuren. Bij gebrek aan enige reactie binnen deze termijn, gaat men ervan uit dat de schuldeiser instemt met het minnelijk aanzuiveringsplan zoals opgesteld door de schuldbemiddelaar. De termijn van twee maand kan niet worden verlengd.

Wat zijn de gevolgen van de goedkeuring van de minnelijke aanzuiveringsregeling?

Zoals hierboven vermeld moeten de schuldeisers zich binnen de 2 maanden uitspreken over het minnelijk aanzuiveringsplan. In geval van goedkeuring wordt het plan gehomologeerd door de Arbeidsrechtbank en wordt het uitgevoerd.

Wat zijn de gevolgen van de verwerping van de minnelijke aanzuiveringsregeling?

Het is eveneens mogelijk om het plan te verwerpen per aangetekend schrijven aan de schuldbemiddelaar. Deze verwerping kan uitgaan van een of meerdere schuldeisers maar ook van de schuldenaar.

Bij verwerping van het plan door de schuldenaar of door een of meerdere schuldeisers wordt er door de Arbeidsrechtbank steeds een motivatie van verwerping gevraagd. Bij deze motivatie kan elke verwerpende partij ook alternatieven voorstellen.

In dit geval brengt de schuldbemiddelaar de Arbeidsrechtbank op de hoogte van de verwerping van de minnelijke aanzuiveringsregeling. Het is aan de Rechter vervolgens om te oordelen:

  • of het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling alsnog gehomologeerd wordt en er bijgevolg geen rekening gehouden wordt met de bezwaren van de verwerpende partij(en). Het recht van de schuldeisers om het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling te verwerpen is namelijk niet absoluut. Wanneer een schuldeiser zijn weigering niet rechtvaardigt of wanneer het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling verworpen wordt omdat een enkele schuldeiser het weigert, kan er sprake zijn van een misbruik van recht. Wanneer de redenen van de weigering van een schuldeiser niet gegrond zijn en indien een gerechtelijke aanzuiveringsregeling onvermijdelijk zou inhouden dat alle schuldeisers minder zouden kunnen terugvorderen dan voorzien, zal de Rechter alsnog oordelen dat het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling kan gehomologeerd worden.
  • of er een nieuwe minnelijke aanzuiveringsregeling moet uitgewerkt worden door de schuldbemiddelaar.
  • of dat de Rechter een gerechtelijke aanzuiveringsregeling oplegt.

Wat houdt een gerechtelijke aanzuiveringsregeling in?

Een gerechtelijke aanzuiveringsregeling wordt door de Rechter in volgende gevallen opgelegd:

  • Bij gebrek aan akkoord van de schuldenaar en/of een of meerdere schuldeisers voor het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling zoals voorgesteld door de schuldbemiddelaar
  • Wanneer er geen of onvoldoende financiële middelen zijn om een minnelijke aanzuiveringsregeling voor te stellen aan de schuldenaar en de schuldeisers

Bij de gerechtelijke aanzuiveringsregeling wordt er een onderscheid gemaakt tussen:

  • de gerechtelijke aanzuiveringsregeling zonder kwijtschelding van de verschuldigde conventionele rente en van het verschuldigde kapitaal: deze aanzuiveringsregeling heeft een maximale duur van 5 jaar. Hierbij kan de Rechter beslissen om:
    • de schuld(en) uit te stellen of te herschikken,
    • de conventionele rentevoet aan te passen tot op het niveau van de wettelijke rentevoet,
    • de gevolgen van de zakelijke zekerheden te schorsen,
    • te voorzien in de kwijtschelding van kosten, moratoire intresten, vergoedingen,…
  • de gerechtelijke aanzuiveringsregeling met kwijtschelding van de verschuldigde conventionele rente en van het verschuldigde kapitaal: Wanneer de Rechter tot de vaststelling komt dat de schuldenaar in de onmogelijkheid verkeert om in menswaardige omstandigheden (een deel van) zijn schulden terug te betalen, kan hij beslissen tot de kwijtschelding van (een deel van) de schulden en dit zowel in intresten, kosten, vergoedingen als in hoofdsom. Het gaat om een ultieme oplossing die aan bijzonder strenge voorwaarden onderworpen is:
    • de gerechtelijke aanzuiveringsregeling heeft een minimale looptijd van 3 en een maximale looptijd van 5 jaar. Na de uitvoering van de regeling is de schuld kwijtgescholden, zelfs indien de schuldenaar er slechts een deel van heeft betaald;
    • de schuldenaar moet al het mogelijke hebben gedaan om zijn schulden af te lossen. Op initiatief van de schuldbemiddelaar worden de voor beslag vatbare goederen verkocht. De opbrengst van de verkoop wordt onder de schuldeisers verdeeld;
    • de kwijtschelding van de schulden is pas verworven wanneer de schuldenaar de door de rechter opgelegde aanzuiveringsregeling heeft nageleefd.

In dit soort gerechtelijke aanzuivergingsregeling kan ook worden overgegaan tot een totale kwijtschelding van de schulden indien de schuldenaar definitief en totaal onvermogend blijkt te zijn. De kwijtschelding van schulden is slechts definitief verworven vijf jaar na de beslissing, behoudens terugkeer tot beter fortuin. Zelfs in het geval van totale kwijtschelding blijven de verplichtingen gelden voor de verzoeker

Indien blijkt binnen een periode van 5 jaar na de totale kwijtschelding van schulden dat de schuldenaar een deel van zijn vermogen verborgen had, kan de kwijtschelding alsnog teniet gedaan worden en kan de Rechter alsnog de collectieve schuldenregeling herroepen. De schuldeisers hernemen dan allemaal hun rechten zoals zij beschikten voor de beschikking van toelaatbaarheid.

Voor welke schulden kan er geen kwijtschelding van verschuldigd kapitaal verleend worden binnen de collectieve schuldenregeling?

Er zijn 3 soorten schulden waarvoor er door de Rechter in geen geval kwijtschelding van verschuldigd kan verlenen:

  • Indien de schuldenaar werd veroordeeld tot het betalen van alimentatie en niet regelmatig heeft betaald, kan de rechter enkel een kwijtschelding van schuld toekennen voor de achterstallen. Voor de nog niet vervallen termijnen blijft er steeds de mogelijkheid om voor de bevoegde rechter, de vermindering van het bedrag van de onderhoudsgelden te vragen.
  • Schadevergoedingen, toegestaan voor het herstel van een lichamelijke schade veroorzaakt door een misdrijf, zijn volledig verschuldigd. De schuldenaar moet deze vergoedingen volledig terugbetalen, ook al duurt dat langer dan de maximale duur voorzien in de gerechtelijke aanzuiveringsregeling.
  • Schulden die overblijven in geval van faillissement, behalve indien de afsluiting van het faillissement, de bankbreuk en de opschorting van betaling sinds meer dan 10 jaar is uitgesproken op het ogenblik waarop het verzoekschrift wordt neergelegd. Deze kwijtschelding kan niet worden toegekend aan de gefailleerde die werd veroordeeld wegens eenvoudige of bedrieglijke bankbreuk.

Wat gebeurt er wanneer de minnelijke/gerechtelijke aanzuiveringsregeling volledig nageleefd werd?

Wanneer alle voorwaarden van de regeling door de schuldenaar nageleefd werden, zijn de eventuele kwijtscheldingen van schulden definitief door de schuldenaar verkregen, met uitzondering voor de schulden opgenomen in vraag 11.

Gezien de financiële situatie van de schuldenaar volledig is opgeklaard aan het einde van de regeling, is deze opnieuw in staat om een nieuwe start te nemen en zijn vermogen zelf te beheren.

In welke gevallen kan de collectieve schuldenregeling herroepen worden?

In welbepaalde gevallen kan de Rechter de beschikking van toelaatbaarheid tot de collectieve schuldenregeling herroepen:

  • Indien de rechter tijdens de regeling vaststelt dat de schuldenaar een deel van zijn goederen heeft verborgen, gelogen heeft over zijn inkomsten, nieuwe leningen heeft afgesloten,… met andere woorden zijn onvermogen heeft vergroot, kan de rechter de aanzuiveringsregeling vernietigen, met als gevolg dat de schuldeisers opnieuw beslag kunnen leggen op de goederen en de inkomsten van de schuldenaar.
  • Voorts kan de regeling worden herroepen indien de schuldenaar zijn verplichtingen niet nakomt zoals voorzien in de aanzuiveringsregeling en dit zonder dat zich nieuwe feiten voordoen die de aanpassing of herziening van de regeling rechtvaardigen.

Welke invloed heeft de collectieve schuldenregeling op neergelegde beslagen?

Alle middelen van tenuitvoerlegging worden geschorst vanaf het ogenblik van de beschikking van toelaatbaarheid. De reeds gelegde beslagen behouden wel hun bewarende werking.

In het geval dat de dag van de gedwongen verkoop van in beslag genomen roerende of onroerende goederen al vóór de beschikking van toelaatbaarheid was bepaald en door aanplakking was bekendgemaakt, gaat deze verkoop alsnog door en dit voor rekening van de boedel.

Enkel in het geval van een eventuele herroeping hernemen de gelegde beslagen opnieuw hun oorspronkelijke vorm aan.

Mogen persoonlijke borgstellers van een schuldenaar die toelaatbaar verklaard wordt tot de collectieve schuldenregeling aangesproken worden in het kader van hun borgstelling?

De uitvoeringsmaatregelen ten aanzien van personen die een persoonlijke zekerheid hebben gesteld worden geschorst ten aanzien van hen en dit vanaf de beschikking van toelaatbaarheid tot de bekrachtiging van de minnelijke regeling, tot de neerlegging door de schuldbemiddelaar van het proces-verbaal van gebrek aan baten of tot de herroeping van de regeling.

De borgsteller kan bovendien een vrijstelling van zijn borgstelling vragen aan de rechter door een verklaring neer te leggen ter griffie. De borgsteller moet bij deze verklaring de nodige documenten toevoegen die de rechter moeten toelaten te oordelen of op het moment van de aanvraag een onevenredigheid bestaat tussen de verplichting van de borg en zijn financiële situatie.

De rechter zal zich tijdens de homologatie van de minnelijke regeling, tijdens de oplegging van een gerechtelijke regeling of nog op een later tijdstip indien de zaak te ingewikkeld is en hij de procedure van de regeling niet wil vertragen, uitspreken over de vrijstelling van de borgsteller.

Is een buitenlandse gelijkaardige procedure rechtsgeldig in België?

Elke beslissing tot opening van een insolventieprocedure wordt erkend in alle andere Europese lidstaten zodra die beslissing rechtsgevolgen heeft in de lidstaat waar de procedure is geopend. Ook wanneer de schuldenaar op grond van zijn hoedanigheid in de andere lidstaten niet aan een insolventieprocedure onderworpen kan worden.

De buitenlandse procedure heeft dezelfde gevolgen voor de schulden die niet in deze lidstaat zouden aangegaan zijn. Tenzij er een secundaire insolventieprocedure geopend is in een andere lidstaat.

Een lidstaat kan evenwel een in een andere lidstaat geopende insolventieprocedure weigeren te erkennen, of een in het kader van een dergelijke procedure gegeven beslissing weigeren uit te voeren, indien uit die erkenning of tenuitvoerlegging gevolgen zouden voortvloeien die kennelijk in strijd zijn met de openbare orde van die lidstaat, in het bijzonder met de grondbeginselen daarvan of met de grondwettelijk beschermde rechten en individuele vrijheden.

Wij vermelden hieronder de namen van de procedures in onze buurlanden. Voor verdere informatie verwijzen wij u graag naar hun respectievelijke websites:

Wat is een aangetekende zending?

Een aangetekende zending is een poststuk waarvan de verzender een bewijs van verzending krijgt van het postbedrijf. Om het poststuk in ontvangst te kunnen nemen, moet de bestemmeling een afgiftebewijs aftekenen. Bij afwezigheid wordt de zending gedurende een bepaalde periode ter beschikking gehouden van de bestemmeling door het postbedrijf. Bij gebrek aan afhaling binnen deze periode zal de zending uiteindelijk terug aan de afzender bezorgd worden.

Het doel van de aangetekende zending is om de verzending aan de afzender van een brief, stuk, pakket,… aan te kunnen tonen. Vandaar het grote belang om het bewijs van afgifte van een aangetekende zending goed bij te houden, daar het bewijs van afgifte is dat de wettelijke bewijslast draagt bij de rechtbank.

Een aangetekende zending is overigens automatisch verzekerd tot 39 € (bpost).

In welke gevallen een aangetekende zending gebruiken?

Aangetekende zendingen zijn in volgende gevallen aangewezen:

  • Opzeggen van abonnementen, arbeidsovereenkomsten, huurovereenkomsten,… Aan de hand van de postdatum van de aangetekende zending kan dan het begin en einde van de eventuele opzegtermijn bepaald worden.
  • Officiële ingebrekestelling in het geval van wanbetaling door een klant. De aangetekende ingebrekestelling is onontbeerlijk indien men een rechtszaak wil aanspannen naar aanleiding van een wanbetaling.

 

Deze lijst vervat slechts enkele voorbeelden. De mogelijkheden van de aangetekende zending zijn veel uitgebreider.

Wat als de klant de aangetekende zending niet afhaalt?

Over aangetekende zendingen die retour komen hoeft men zich geen zorgen te maken. Er wordt namelijk van uitgegaan dat de bestemmeling de zending ontvangen heeft. Het is namelijk zijn eigen verantwoordelijkheid dat hij zijn zending niet afhaalt. Bijgevolg moet een geretourneerde aangetekende zending niet opnieuw verstuurd te worden.

Best houdt men de geretourneerde zending ongeopend bij. In geval van discussie (bijvoorbeeld bij een rechtszaak) kan de rechter dan eigenhandig de inhoud van de geretourneerde aangetekende zending vaststellen. Eventueel kan u de inhoud van de brief nogmaals per gewone post versturen. Dit kan ook al gedaan worden tezamen met het aangetekend schrijven. Er wordt dan best wel vermelding gemaakt op de brief dat deze zowel aangetekend al per gewone post verzonden werd. Op die manier kan er meer zekerheid geboden worden over de goede ontvangst van de brief. De schuldeiser heeft dan ook een bijkomend argument om te zeggen dat de bestemmeling geen inhoudelijke opmerkingen maakte over de zending.

Wat is een elektronische aangetekende zending?

De elektronische aangetekende zending heeft dezelfde kenmerken en voordelen als een ordinaire aangetekende zending, ware het niet dat er in dit geval geen papier aan te pas komt. Verder heeft de elektronische aangetekende zending dezelfde bewijskracht als de gebruikelijke aangetekende zending.

 

Sinds juli 2016 bestaat er een juridisch kader waarbij een aantal ‘elektronische vertrouwensdiensten’ erkend worden. Het gaat met name om de elektronische archivering, zegel, handtekening, tijdstempel, website authenticatie, maar ook de ‘elektronische aangetekende zending’. Hierdoor is de digitale aangetekende zending dus een feit.

Wat is een hybride aangetekende zending?

Bij een hybride aangetekende zending wordt de brief door de afzender elektronisch aan een dienstverlener bezorgd. Deze zal de brief dan afdrukken en aangetekend aan de bestemmeling toesturen.

Welke zijn de voornaamste voordelen van een elektronische aangetekende zending?

Gezien de juridische gelijkstelling tussen papieren en elektronische documenten, werd de archiveringsplicht ook in die zin aangepast en mogen voortaan alle documenten eveneens elektronisch bewaard worden. Er kan dus aanzienlijk bespaard worden op de fysieke archivering van deze documenten, alsook op de kosten voor eventuele opzoekingen in dit fysiek archief gezien een elektronisch archief correct geïndexeerd is en normaliter 24/7 toegankelijk is.

Ook de kostprijs van een elektronische aangetekende zending zal, gezien de quasi onbestaande tussenkomst van een fysiek persoon, beduidend lager liggen dan bij een ordinaire aangetekende zending.

Kiezen voor iCredit betekent

Detachering

in functie van uw specifieke behoeften

Flexibel

Interim Management

Rekrutering

afgestemd op uw HR-policy

blijf op de hoogte

en ontvang de iCredit nieuwsbrief

© 2023 - iCredit Motionmill webdesign, seo & internet services
iCREDIT